In de afgelopen jaren hebben veel gasten bij ons een vakantie doorgebracht. Sommige gasten zien we ieder jaar weer terug en hebben we een band mee opgebouwd. Dit is het verhaal van een bijzondere gast.

Ton komt al jaren in de zomer met zijn vrouw Annelies en hun dochters een weekje naar de Heerenkamer. Het eerste jaar kwamen ze met een aanhanger met fietsen het erf oprijden. Ik vermoedde dat het groot gezin met fanatieke fietsers zou zijn, maar het verhaal bleek anders. Iedereen in het gezin fietst graag een tochtje op vakantie, alleen Ton rijdt dagelijks bijna 100 km. s ’Morgens en s ’avonds een mountainbike tochtje van 35 km en met zijn gezin ook nog eens 30 km. Ton op de gewone fiets en Annelies op de e-bike om hem bij te houden. En dat al jaren lang. Ton houdt van fietsen. Ook naar zijn werk als timmerman fietst hij het hele jaar iedere dag door regen, weer en wind over de dijk bij Goeree-Overflakkee.

Naast zijn hobby fietsen blijkt Ton een echte natuurliefhebber te zijn. Een paar jaar geleden bracht hij ons zelfgemaakte nestkastjes mee. Juist in een tijd dat wij veel processie rupsen hadden, en iedereen nestkastjes ophing om met vogels de rupsen overlast aan te pakken, kwam Ton met degelijke nestkastjes aan. Daar waren wij heel blij mee. Er is niets mooier dan vanuit je veranda in het voorjaar de moeder vogel haar jongen te zien uitbroeden en ook nog eens helpt bij rupsen overlast. Een jaar later bracht hij prachtige voeder vogelhuisjes mee om ze de winter mee door te helpen. Wat hebben wij en onze gasten genoten van alle prachtige vogels die hun weg naar de zaden vonden. Vorig jaar verraste hij ons met een vleermuizenhuisje en een vogelhuisje op palen. Hij had gezien dat er vleermuizen bij de Markslag vlogen die hun slaapplek achter de luiken van de boerderij waren kwijtgeraakt. Een nieuw onderdak was vast welkom en zo gemaakt zei Ton. Binnen een week was het vleermuizenhuisje bewoond.

En zoals voorgaande jaren kwam de familie ook dit jaar weer met de aanhanger vol fietsen het erf op rijden. Alleen nu had Ton er iets extra’s in vervoerd. Toen wij een kijkje kwamen nemen bleek hij een heel hotel te hebben gebouwd! Een insectenhotel wel te verstaan! Echt prachtig! Je ziet hoeveel liefde Ton in zijn werk stopt. En als je hem dan complimenten wil geven of belonen dan zegt hij iedere keer weer “ach, ik maak het van afvalhout in mijn vrije tijd’. Hij geeft liever dan hij ontvangt. Ton is een bijzonder mens met weinig wensen in het leven, hij heeft geen grote verhalen en laat zijn trots niet snel zien. Maar in zijn werk en zijn doen en laten merk je dat het een man is met een groot hart voor iedereen die hem lief is en vooral voor de natuur!

Net terug van ons 4de verblijf bij Natuurlogies. Hoewel ik in Haaksbergen geboren ben, en ik het Witte Veen goed kende als prachtig natuurgebied op de Duitse grens, heb ik het de laatste tijd pas echt goed ontdekt, door onze vakanties bij Manon en Dirk-Jan.

De aanleiding van ons eerste verblijf was helemaal geen leuke. Mijn oude moedertje had een ernstige hersenbloeding gehad. We zochten op internet naar een huisje om dicht bij haar te kunnen zijn en vonden de Beekloft. Meteen voelde we ons welkom en thuis.

Inmiddels zijn we twee keer in de Beekloft geweest, een keer in de Heerenkamer en een keer in het Bakhuis. Het is moeilijk om een favoriet aan te wijzen, we ze hebben allen hun eigen charme en unieke ligging en uitzicht. We zijn er nu in alle jaargetijden geweest en elke keer is het adembenemend mooi daar. De herfst met z’n kleurenpracht en eerste vorst, de winter met z’n ‘witte wieven’ de lente met z’n korenbloemen en klaprozen, en de zomer met z’n zwemmen in de Buurse Beek.

We komen graag met onze pleegzoon Adam en zijn moeder en onze goede vriendin Nabila. Hij noemt het ‘het vossenhuis’ omdat we hem wijs hebben gemaakt dat er vossen om het huis lopen. We hebben er nog nooit een gezien, maar wel een ijsvogel, talloze uilen en grote grazers. We fietsen en wandelen of zitten te diep in de nacht te keuvelen onder de sterrenhemel. Of zwemmen in het Buursemeertje. Een bezoekje aan het kasteel in Bad Bentheim is zijn favoriet. De oude hessenweg heeft iets magisch. Alsof je de geschiedenis kan proeven.

We wonen al meer dan 25 jaar met veel plezier in de Jordaan in Amsterdam, maar het Twentse land blijft trekken. Op deze manier is de stad en het platteland goed te combineren. Mijn droom is nog altijd om met mijn broers en hun families alle huizen af te huren voor een lang weekend eten, drinken en praten over onze jeugd. Toen we als kleine jongens door het Buurse zand fietsen, met onze vader en moeder.

Manon en Dirk-Jan, bedankt voor dit paradijs dat jullie hebben gecreëerd, met comfort en stilte voor bezinning. We kunnen niet wachten tot onze terugkeer.

Veel liefs
Hans, Nabila, Adam, Chicooooo, Poppi en André Witbreuk

Het voorjaar en dan speciaal de maand mei is een bijzondere fraaie periode op erve Het Markslag in het gebied het Witte Veen. Het frisse groen van de diverse bomen, de zang van de boompieper en het dartelen van de vlinders die op zoek zijn naar nectar, een waardplant of een partner. De boomkikkers laten zich weer volop horen en ook de hagedissen weten de zon te waarderen. De Heerenkamer is een perfecte locatie als startpunt voor diverse wandeltochten in de natuur: over het Witte Veen of langs de Buursebeek. Maar dit jaar kwam de natuur ook naar ons toe!

De rugzak van vriendin Wilma stond lekker in de zon in het halletje van De Heerenkamer. Dat had een hagedis ook in de smiezen en zat zich lekker op te warmen.
In eerste instantie dacht ik dat het een zandhagedis was – die kom je in de kustduinen van Noord-Holland waar wij wonen regelmatig tegen – maar de kop van dit beestje is kleiner.
Het is een ‘levendbarende hagedis’ volgens Ravon, de organisatie die onderzoek doet naar reptielen en amfibieën. En nog niet eerder gefotografeerd in het gebied van het Witte Veen. Deze heeft een stompe staart. Als overlevingsstrategie heeft het een stuk van zijn staart laten vallen, bijvoorbeeld wanneer een roofvogel de hagedis probeerde te vangen.
Ik ben benieuwd wat we volgend jaar tegenkomen op Het Markslag.

Toen ik vorige maand voor de tweede keer op ’t Markslag aankwam vroeg ik af welk geluid mij nu zou verrassen.
In november waren het de bijna dagelijks overtrekkende kolganzen die in de vroege avond over de Heerenkamer vlogen. Een kwartier lang genieten van het kenmerkende wat hoge hese geluid. Van rechts naar links – van het water naar de graslanden – vlogen wel honderden ganzen over. Een schitterend geluid. En daarna werd het weer stil.
Maar in april bleef het in de avondschemering rustig. Heerlijk stil: geen auto’s, geen vliegtuigen. Genieten van de stilte, en dat op ruim een uur afstand van de drukke Randstad. Maar toen ik naar bed ging, hoorde ik een geluid dat ik niet direct kon thuisbrengen. Het leek op gekwaak, maar door welk dier: kek, kek, kek ging het in koor. Toch nog even de wandelschoenen getrokken om te horen waar het geluid nu precies vandaag kwam. De poel langs de weg, bij het uitzichtpunt, blijkt het territorium van de boomkikker. Soms zwakt het geluid wat af, dan zwelt het weer aan. Het concert duurt circa 2 uur, daarna hadden de mannetjes blijkbaar hun vrouwtje gevonden. Terug naar de stilte van de Heerenkamer en lekker geslapen met in de verte af en toe het geluid van de bosuil.

In september ga ik weer. Wandelschoenen, verrekijker en de opnameapparatuur gaat natuurlijk mee. Want ik laat me heel graag weer verrassen door de natuur rond de Heerenkamer en het Bakhuus.

Slapen aan de rand van een natuurgebied: wie wil dat nu niet?

Je moet er wel wat voor over hebben want het is een behoorlijk stukje rijden vanaf de Noordzeekust waar ik woon. En wanneer je de Buurserbeek bent overgestoken moet je zo lang de Markslagweg afrijden, dat je denkt: ‘ik zit fout, hier is het niet’. Gewoon doorrijden. Op eens doemt de oude werkschuur van Natuurmonumenten, de Hallenboerderij, het Bakhuus en de Heerenkamer aan je linkerhand op. Idyllisch gelegen in het bos en aan de rand van de Marke, de voormalige gemeenschappelijke landbouwgronden, nu natuurgebied het Witte Veen.
Heerlijk rustig, zo op het eerste gezicht.

Totdat het donker wordt. In de maand november kan je bijna de klok erop gelijk zetten. Het begint met een enkel vogel, dat al gauw aanzwelt en er groepen van wel 200 kolganzen luidt snaterend overvliegen. Je ziet ze niet, je hoort ze wel. Een relatief hoog geluid: kolganzen. De voorstelling duurt een kwartier en daarna keert de rust weer terug. Ben je n het vroege voorjaar dan hoor je ’s nachts de Bosuil roepen. Het bekend uilengeluid van het mannetje of het toch wat hysterisch gekrijs van vrouw bosuil.

Ieder seizoen de leukste inspiraties ontvangen?
X